zaterdag 30 juni 2012

Onder psychoten



Blauwe spruitjes worden er geteeld volgens de theatrale persoonlijkheid. De narcist kijkt laatdunkend op haar neer, wetende dat hier uiteindelijk toch zijn plannen grond zullen vinden. "Manie, manie, manie!" roept de schizofreen die de narcist doorziet. "It's all about the manie" klagen al zijn ikken in koor. De antisociale persoonlijkheid houdt zich afzijdig, zorgvuldig gadegeslagen door de paranoid die in het samenzijn een complot vermoedt waarin hem groot onrecht wordt aangedaan. Nergens wordt hij bij betrokken.
 
"Ja, verlaat mij maar weer. Ik kan het toch nooit goed doen". Het is de borderliner die nu woest komt aangestormd. Gisteren had ze de groep nog als haar intiemste vrienden beschouwd. “Jullie zijn oude kaas! Weg ermee!” zet ze haar onbegrijpelijke toorn nu kracht bij. Angstvallig zoekt ze steun bij haar bipolaire ploeggenoot die graag mee piekt op de wisselende nukken van zijn vriendin. "Ik zie het inderdaad niet meer zitten voor de dag van morgen" valt deze haar bij.
 
Een passant mengt zich in het gesprek. “Dames en heren. Waarom praten jullie niet met elkaar in plaats van oordelen over en weer te schuiven?” Ogen die elkaar aftasten. Na een korte stilte volgt een reactie.

“Die is gek!” klinkt het eensluidend.



zondag 24 juni 2012

EVERGREEN





'Boink!' Een kletterend kabaal volgt als ik met mijn blauwe mandje de Evergreen reclamezuil omstoot. Rozijnen, appel-peer of chocolade. Drie smaken die ik mag testen voor de prijs van twee lees ik op de poster die nazwiept op een ijzeren standaard. Een parade van kartonnen dozen. De bonte keuze ligt nu voor het oprapen.


Ik kijk verontwaardigd naar de nog niets vermoedende jongen naast mij. Verbaasd haalt deze de dreunende doppen van z´n oren. Een vragend knikje. Ik knik terug, maar dan richting de ravage die zich voor mijn voeten heeft uitgestort. 

Hij draait zich om naar de kleurrijke chaos. Ik wijs streng naar de tas op zijn rug. Snel en behendig bukt de jongeman zich om de dozen één voor één weer tot een toren te dwingen. Een ongemakkelijke lach siert zijn mond. Edoch een mooie lach. Ik voel ruimte voor een relatie. Een one-night-stand mag ook. Hij ziet dat anders, want er volgt geen enkele sympathie van zijn kant als ik uitdagend mijn lippen voor hem tuit. Wellicht is hij verlegen. Studenten. Met zijn prestatiegebonden beurs heeft hij vast iets anders aan zijn hoofd. Daar wil ik mijn tijd niet aan verdoen.



Snel baan ik me van de Evergreen richting kassa. Een macrochaotisch stel heeft juist voor mij alle bewuste keuzes op de band uitgestald. Ongewassen fruit, boerenmelk en broccoli rechtstreeks van het land schuiven langzaam richting de jute tas van een onopgemaakte, gebrilde dame. Hij trekt zijn portemonnee om te betalen. De über-seksistische rolverdeling heeft zich dus toch ook in de groene mens ingevreten, realiseer ik me. De ASN-pas glijdt soepel in de gleuf van de machine. Een biologisch afbreekbare pas heb ik ooit ergens gelezen. En het proces lijkt zich nu ter plekke in te zetten. Het apparaat hapert. De cassière geeft een paar harde tikken, waarna de kassabon eindelijk wordt uitgespuugd.

Mijn beurt. Na iedere piep van de scan verdwijnen de producten in mijn tas. Het net met perssinaasappels volgt als laatste. Een scheurtje in het groene gaas, zie ik als de juffrouw me al toeroept.

'Tweeëndertig euro vijfenzestig' schrik ik bij het horen van het eindbedrag. Dit getal. Niet biologisch afbreekbaar, verzuchten mijn gedachten. Ik betaal en spoed me naar buiten. Naar mijn snelle Altra. Huismerk van de fietsspecialist, maar de ketting loopt gesmeerd. Het kost me zeker vijf minuten om de boodschappen op mijn rijwiel te binden. Het rubber op de bagagedrager te forceren tot een gordel voor mijn plastic Albert Heijn tas.

Gehaast door de meedogenloosheid der tijd scharnieren mijn benen in de vijfde versnelling. 'Subiet naar huis!', schreeuwt het inwendig . Maar veel tijd krijgt mijn manie niet. Vijftig meter verderop kruip ik op m´n knieën over het fluisterasfalt om de sinaasappels bij elkaar te rapen. Één, twee, drie… Hoeveel vruchten gaan er in zo’n verdomd netje? Mijn panty´s ademen teer als ik via het Zeer Open Asfaltbeton de stoeprand aan de overzijde nader. Daar staat een jongen. Ik hijg. Dertien oranje ballen liggen in de kom van mijn rok als ik naar hem opkijk. Dreunende doppen die hij nonchalant afneemt. 'Kan ik u helpen?', vraagt hij met een Goddelijke glimlach. Zijn rugzak plaats hij naast zich op de grond en hij reikt mij zijn hand. 'Graag!' zucht ik met een aanbiddende dank...



vrijdag 15 juni 2012

De radioloog


 
OLVG


Zij de vriendelijke radioloog, ik de patiënt. Er wordt een bloeddrukmeter om mijn been gesnoerd. Het kraken van klitteband. Warme handen die grenzend aan mijn slipje het startpunt voor de doppler betasten. Het meetinstrument dat zonneklaar zal maken waar in mijn aderen zich de knelpunten bevinden. Een druk op het voetpedaal.
<vwoep>
De band om mijn been pompt zich in nog geen fractie van een seconde op tot een strakke ballon, gevolgd door een hoge piek in de grafiek op het scherm. De gel smelt tussen mijn huid en het apparaatje dat hoog vanuit mijn dijbeen een weg naar mijn voet zoekt. Ik kijk naar een echo met alle soorten grijstinten.
 
Er wordt een afspraak met de vaatchirurg ingeboekt om het vervolg te bespreken. Een ingreep van circa 20 minuten, geeft de radioloog als voorproefje van wat nog komen gaat. Ze belooft me dat het een sensationeel gevoel zal geven. "Alsof een elektrische tandenborstel je van binnenuit poetst. Bovendien duwen ze de draad vanuit je knieholtes door tot aan je liezen en trekt de chirurg zo alles dicht".
 
Ik slik. "Zo", beantwoord ik deze reclametekst cynisch, "Dat klinkt inderdaad uitermate sensationeel! Waar kan ik me inschrijven?". De dame geeft me lachend een amicaal klapje op mijn nog ontblote vlees. "Nog vragen?" "Ja", zeg ik. "Meer een verzoek eigenlijk. Ik vind alles prima, zolang ik maar snel weer kan dansen met m'n lief." Ze schudt mijn hand. "Deal!"