zondag 27 september 2015

Weerzien met Medusa



De koningin van de groep komt op me af. Met argusogen nagestaard door een vaste delegatie die zich al de hele avond om haar heen heeft geschaard. Mijn naam wordt met duidelijk articulerende lippen door het achtergrondkoor getaxeerd. “Bitch”, zie ik drie dames eensgezind playbacken. De leidster nadert mijn danscirkel. Met majestueuze verfijning word ik gevorst. “Het gevaar bevindt zich weer dichtbij”, klinkt haar stem als een persoonlijk welkom dwars door de beat heen. Haar hand streelt steels de mijne. Pakt ‘m vast. Knijpt even ter manifestatie van haar boodschap. “Lazarus?”, vervolgt ze met een blik op het glas Prosecco in mijn hand. Ik beantwoord het wederzien met een ongestoorde voortzetting van mijn dansmoves. Haar uitgestrekte arm reikt me een halve liter flesje Spa Reine. Ik neem een slok. “She gave me water”, gaat het door me heen en ik realiseer me dat zojuist de hiërarchiebepaling heeft plaatsgevonden. Dansend mijn plaats bevochten. Met één slok verloren.  

De drie gratiën hebben zich inmiddels een weg door de menigte gebaand. Als bodyguards geposteerd om de hoogste in rang die haar gedroomde triomf viert met een brede grimas. Ik word voorgesteld. “Pleased to meet you. I hope you guessed my name”, prevel ik de Stones, refererend aan de aan mij toegekende naam die ik een paar minuten eerder al liplezend gewaar werd. Handen worden geschud, begeleid door een glimlach waar het venijn zuur doorheen bijt. De krabbenmand. Zo leerde iemand mij. Mannelijke krabben helpen elkaar over de rand. De andere sekse daarentegen laat zich geen kans ongemoeid de ontsnappende ander met scherpe scharen terug te trekken. Ik heb geen Discovery Channel nodig om te weten dat het waar is. But what’s puzzling me is the nature of this game, klinkt de onvervalste melodie die in mijn gedachten zingt.

De koningin. Het is de derde ontmoeting met de vrouw die mijn gewei graag aan haar overwinningswand had gespijkerd. De vrouw door wie mijn afwijzing al twee maal eerder synoniem werd verklaard aan een door mij ontwikkelde bindingsangst. Een geveinsde diagnostiek die haar verlies beter past. Haar strategie ook zakelijk een succes. Ze groeit. Ze is een rijzende ster. Haar omgeving de munitie om haar doelen te bereiken. Een ongevaarlijke vuurlinie, verloren zonder gezagvoerster. Knechtjes waarvan de loop hol klinkt. “Plop!”

“Dan zou ik een dierenasiel opgezet hebben.” Het is een antwoord wat ik het politieke beest toedicht in een toekomstig interview in EenVandaag. Gevoed door de zeehondenogen van het soldaatje naast mij. “En wat brengt jou hier?”, vraag ik de groenste van het legioen. “De liefde”, dweept ze richting de meesteres waarvan verborgen in de menigte haar hand mijn billen streelt. Mijn medelijden vertaalt zich in een vriendelijk gesprek, dat door Hare Excellentie al snel de rug wordt toegekeerd. Toenadering nu ook door een tegen de kou geklede brunette. Haar in leer gestoken handen klemmend om een glas bier. Een blik van verstandhouding ontdooit de weg over en weer. Een uitdrukking die ik versta. Niet alleen mijn naam troont de nominatielijst. Onder de begeerde prooi prijkt ook de hare.

“Ik ben gewaarschuwd op te passen voor jouw type”, biecht de bruinharige met een omzichtige knik naar achteren. Argeloos glijden mijn ogen langs de Medusa met de breed bemeten kaak. De omvang van het scharnier doet me nog altijd geloven dat hier haar ego zetelt. Ik zoek een uitvlucht in de nachtelijke lucht, waar zelfs de volle maan zich een weg door de sluierbewolking lijkt te willen huilen. Met een teug sla ik de laatste bubbels achterover. Verbluffing maakt plaats voor een hilarisch besef. Mijn gelaten grijns slaat om in een duivelse lach als ik met prangende vinger naar de stadse klok wijs. “Ik moet snel gaan”, verkondig ik mijn plotselinge vertrek. Het opgespaarde festivalplastic stapel ik als mijn laatste wisselgeld in haar geschoeide hand. “Pssst”, klinkt het als ik me nog één maal samenzweerderig voorover buig tot haar oor. Ik houd de spanning nog even in ere, alsof ik mijn geheim liever met niemand had gedeeld. Maar dan uit zich wat ik nog nooit eerder wist te bekennen: “Om middernacht, mijn lieve kleine soldaat, verander ik in grote smurf!”