De koningin van de groep komt op me af. Met argusogen nagestaard door een vaste delegatie die zich al de hele avond om haar heen heeft geschaard. Mijn naam wordt met duidelijk articulerende lippen door het achtergrondkoor getaxeerd. “Bitch”, zie ik drie dames eensgezind playbacken. De leidster nadert mijn danscirkel. Met majestueuze verfijning word ik gevorst. “Het gevaar bevindt zich weer dichtbij”, klinkt haar stem als een persoonlijk welkom dwars door de beat heen. Haar hand streelt steels de mijne. Pakt ‘m vast. Knijpt even ter manifestatie van haar boodschap. “Lazarus?”, vervolgt ze met een blik op het glas Prosecco in mijn hand. Ik beantwoord het wederzien met een ongestoorde voortzetting van mijn dansmoves. Haar uitgestrekte arm reikt me een halve liter flesje Spa Reine. Ik neem een slok. “She gave me water”, gaat het door me heen en ik realiseer me dat zojuist de hiërarchiebepaling heeft plaatsgevonden. Dansend mijn plaats bevochten. Met één slok verloren.
De drie
gratiën hebben zich inmiddels een weg door de menigte gebaand. Als bodyguards geposteerd
om de hoogste in rang die haar gedroomde triomf viert met een brede grimas. Ik
word voorgesteld. “Pleased to meet you. I
hope you guessed my name”, prevel ik de Stones,
refererend aan de aan mij toegekende naam die ik een paar minuten eerder al
liplezend gewaar werd. Handen worden geschud, begeleid door een glimlach waar
het venijn zuur doorheen bijt. De krabbenmand. Zo leerde iemand mij. Mannelijke
krabben helpen elkaar over de rand. De andere sekse daarentegen laat zich geen
kans ongemoeid de ontsnappende ander met scherpe scharen terug te trekken. Ik
heb geen Discovery Channel nodig om te weten dat het waar is. But what’s puzzling me is the nature of this
game, klinkt de onvervalste melodie die in mijn gedachten zingt.
De koningin.
Het is de derde ontmoeting met de vrouw die mijn gewei graag aan haar
overwinningswand had gespijkerd. De vrouw door wie mijn afwijzing al twee maal
eerder synoniem werd verklaard aan een door mij ontwikkelde bindingsangst. Een geveinsde
diagnostiek die haar verlies beter past. Haar strategie ook zakelijk een
succes. Ze groeit. Ze is een rijzende ster. Haar omgeving de munitie om haar
doelen te bereiken. Een ongevaarlijke vuurlinie, verloren zonder gezagvoerster.
Knechtjes waarvan de loop hol klinkt. “Plop!”
“Dan zou ik
een dierenasiel opgezet hebben.” Het is een antwoord wat ik het politieke beest
toedicht in een toekomstig interview in EenVandaag.
Gevoed door de zeehondenogen van het soldaatje naast mij. “En wat brengt jou
hier?”, vraag ik de groenste van het legioen. “De liefde”, dweept ze richting
de meesteres waarvan verborgen in de menigte haar hand mijn billen streelt.
Mijn medelijden vertaalt zich in een vriendelijk gesprek, dat door Hare
Excellentie al snel de rug wordt toegekeerd. Toenadering nu ook door een tegen
de kou geklede brunette. Haar in leer gestoken handen klemmend om een glas
bier. Een blik van verstandhouding ontdooit de weg over en weer. Een
uitdrukking die ik versta. Niet alleen mijn naam troont de nominatielijst. Onder
de begeerde prooi prijkt ook de hare.
“Ik ben
gewaarschuwd op te passen voor jouw type”, biecht de bruinharige met een omzichtige
knik naar achteren. Argeloos glijden mijn ogen langs de Medusa met de breed
bemeten kaak. De omvang van het scharnier doet me nog altijd geloven dat hier
haar ego zetelt. Ik zoek een uitvlucht in de nachtelijke lucht, waar zelfs de
volle maan zich een weg door de sluierbewolking lijkt te willen huilen. Met een
teug sla ik de laatste bubbels achterover. Verbluffing maakt plaats voor een
hilarisch besef. Mijn gelaten grijns slaat om in een duivelse lach als ik met
prangende vinger naar de stadse klok wijs. “Ik moet snel gaan”, verkondig ik
mijn plotselinge vertrek. Het opgespaarde festivalplastic stapel ik als mijn laatste
wisselgeld in haar geschoeide hand. “Pssst”, klinkt het als ik me nog één maal samenzweerderig
voorover buig tot haar oor. Ik houd de spanning nog even in ere, alsof ik mijn
geheim liever met niemand had gedeeld. Maar dan uit zich wat ik nog nooit eerder
wist te bekennen: “Om middernacht, mijn lieve kleine soldaat, verander ik in
grote smurf!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten