'Boink!'
Een kletterend kabaal volgt als ik met mijn blauwe mandje de Evergreen
reclamezuil omstoot. Rozijnen, appel-peer of chocolade. Drie smaken die ik mag
testen voor de prijs van twee lees ik op de poster die nazwiept op een ijzeren
standaard. Een parade van kartonnen dozen. De bonte keuze ligt nu voor het
oprapen.
Ik kijk
verontwaardigd naar de nog niets vermoedende jongen naast mij. Verbaasd haalt
deze de dreunende doppen van z´n oren. Een vragend knikje. Ik knik terug, maar
dan richting de ravage die zich voor mijn voeten heeft uitgestort.
Hij draait
zich om naar de kleurrijke chaos. Ik wijs streng naar de tas op zijn rug. Snel
en behendig bukt de jongeman zich om de dozen één voor één weer tot een toren
te dwingen. Een ongemakkelijke lach siert zijn mond. Edoch een mooie lach. Ik
voel ruimte voor een relatie. Een one-night-stand mag ook. Hij ziet dat anders,
want er volgt geen enkele sympathie van zijn kant als ik uitdagend mijn lippen
voor hem tuit. Wellicht is hij verlegen. Studenten. Met zijn prestatiegebonden
beurs heeft hij vast iets anders aan zijn hoofd. Daar wil ik mijn tijd niet aan
verdoen.
Snel baan
ik me van de Evergreen richting kassa. Een macrochaotisch stel heeft juist voor
mij alle bewuste keuzes op de band uitgestald. Ongewassen fruit, boerenmelk en
broccoli rechtstreeks van het land schuiven langzaam richting de jute tas van
een onopgemaakte, gebrilde dame. Hij trekt zijn portemonnee om te betalen. De
über-seksistische rolverdeling heeft zich dus toch ook in de groene mens
ingevreten, realiseer ik me. De ASN-pas glijdt soepel in de gleuf van de
machine. Een biologisch afbreekbare pas heb ik ooit ergens gelezen. En het
proces lijkt zich nu ter plekke in te zetten. Het apparaat hapert. De cassière
geeft een paar harde tikken, waarna de kassabon eindelijk wordt uitgespuugd.
Mijn
beurt. Na iedere piep van de scan verdwijnen de producten in mijn tas. Het net
met perssinaasappels volgt als laatste. Een scheurtje in het groene gaas, zie
ik als de juffrouw me al toeroept.
'Tweeëndertig
euro vijfenzestig' schrik ik bij het horen van het eindbedrag. Dit getal. Niet
biologisch afbreekbaar, verzuchten mijn gedachten. Ik betaal en spoed me naar
buiten. Naar mijn snelle Altra. Huismerk van de fietsspecialist, maar de
ketting loopt gesmeerd. Het kost me zeker vijf minuten om de boodschappen op
mijn rijwiel te binden. Het rubber op de bagagedrager te forceren tot een
gordel voor mijn plastic Albert Heijn tas.
Gehaast
door de meedogenloosheid der tijd scharnieren mijn benen in de vijfde
versnelling. 'Subiet naar huis!', schreeuwt het inwendig . Maar veel tijd
krijgt mijn manie niet. Vijftig meter verderop kruip ik op m´n knieën over het
fluisterasfalt om de sinaasappels bij elkaar te rapen. Één, twee, drie… Hoeveel
vruchten gaan er in zo’n verdomd netje? Mijn panty´s ademen teer als ik via het
Zeer Open Asfaltbeton de stoeprand aan de overzijde nader. Daar staat een
jongen. Ik hijg. Dertien oranje ballen liggen in de kom van mijn rok als ik
naar hem opkijk. Dreunende doppen die hij nonchalant afneemt. 'Kan ik u
helpen?', vraagt hij met een Goddelijke glimlach. Zijn rugzak plaats hij naast
zich op de grond en hij reikt mij zijn hand. 'Graag!' zucht ik met een
aanbiddende dank...