zondag 24 juni 2012

EVERGREEN





'Boink!' Een kletterend kabaal volgt als ik met mijn blauwe mandje de Evergreen reclamezuil omstoot. Rozijnen, appel-peer of chocolade. Drie smaken die ik mag testen voor de prijs van twee lees ik op de poster die nazwiept op een ijzeren standaard. Een parade van kartonnen dozen. De bonte keuze ligt nu voor het oprapen.


Ik kijk verontwaardigd naar de nog niets vermoedende jongen naast mij. Verbaasd haalt deze de dreunende doppen van z´n oren. Een vragend knikje. Ik knik terug, maar dan richting de ravage die zich voor mijn voeten heeft uitgestort. 

Hij draait zich om naar de kleurrijke chaos. Ik wijs streng naar de tas op zijn rug. Snel en behendig bukt de jongeman zich om de dozen één voor één weer tot een toren te dwingen. Een ongemakkelijke lach siert zijn mond. Edoch een mooie lach. Ik voel ruimte voor een relatie. Een one-night-stand mag ook. Hij ziet dat anders, want er volgt geen enkele sympathie van zijn kant als ik uitdagend mijn lippen voor hem tuit. Wellicht is hij verlegen. Studenten. Met zijn prestatiegebonden beurs heeft hij vast iets anders aan zijn hoofd. Daar wil ik mijn tijd niet aan verdoen.



Snel baan ik me van de Evergreen richting kassa. Een macrochaotisch stel heeft juist voor mij alle bewuste keuzes op de band uitgestald. Ongewassen fruit, boerenmelk en broccoli rechtstreeks van het land schuiven langzaam richting de jute tas van een onopgemaakte, gebrilde dame. Hij trekt zijn portemonnee om te betalen. De über-seksistische rolverdeling heeft zich dus toch ook in de groene mens ingevreten, realiseer ik me. De ASN-pas glijdt soepel in de gleuf van de machine. Een biologisch afbreekbare pas heb ik ooit ergens gelezen. En het proces lijkt zich nu ter plekke in te zetten. Het apparaat hapert. De cassière geeft een paar harde tikken, waarna de kassabon eindelijk wordt uitgespuugd.

Mijn beurt. Na iedere piep van de scan verdwijnen de producten in mijn tas. Het net met perssinaasappels volgt als laatste. Een scheurtje in het groene gaas, zie ik als de juffrouw me al toeroept.

'Tweeëndertig euro vijfenzestig' schrik ik bij het horen van het eindbedrag. Dit getal. Niet biologisch afbreekbaar, verzuchten mijn gedachten. Ik betaal en spoed me naar buiten. Naar mijn snelle Altra. Huismerk van de fietsspecialist, maar de ketting loopt gesmeerd. Het kost me zeker vijf minuten om de boodschappen op mijn rijwiel te binden. Het rubber op de bagagedrager te forceren tot een gordel voor mijn plastic Albert Heijn tas.

Gehaast door de meedogenloosheid der tijd scharnieren mijn benen in de vijfde versnelling. 'Subiet naar huis!', schreeuwt het inwendig . Maar veel tijd krijgt mijn manie niet. Vijftig meter verderop kruip ik op m´n knieën over het fluisterasfalt om de sinaasappels bij elkaar te rapen. Één, twee, drie… Hoeveel vruchten gaan er in zo’n verdomd netje? Mijn panty´s ademen teer als ik via het Zeer Open Asfaltbeton de stoeprand aan de overzijde nader. Daar staat een jongen. Ik hijg. Dertien oranje ballen liggen in de kom van mijn rok als ik naar hem opkijk. Dreunende doppen die hij nonchalant afneemt. 'Kan ik u helpen?', vraagt hij met een Goddelijke glimlach. Zijn rugzak plaats hij naast zich op de grond en hij reikt mij zijn hand. 'Graag!' zucht ik met een aanbiddende dank...



Geen opmerkingen:

Een reactie posten